Afgelopen week was de jeugdzorg weer volop in het nieuws, dit keer vanwege structurele verliezen waar een kwart van de jeugdzorginstellingen mee te maken heeft. Dit jaar is al vaker gedemonstreerd over de jeugdzorg en in september is er zelfs voor het eerst gestaakt. Wat is nou de reden dat het zo spaak loopt in de jeugdzorg? De sector heeft zelf drie algemene redenen en verklaringen, die in de NRC werden samengevat:

1) toenemende kosten vanwege de decentralisatie
2) extra hoge personeelskosten door tijdelijk personeel
3) dalende tarieven voor de geleverde zorg

Ze lijken mij allemaal even reëel, maar het zijn ook allemaal redenen die buiten de jeugdzorginstellingen zelf liggen. Welke rol spelen zij zelf bij de toenemende kosten?

Tegengestelde bewegingen

De afgelopen jaren zijn veel jeugdzorginstellingen gefuseerd en opgegaan in verregaande samenwerkingsverbanden. De grote instellingen die in het nieuws genoemd worden, zijn stuk voor stuk mega-organisaties. Door de schaalvergroting moest de kostenefficiëntie toenemen voor de zorginstellingen en daarbij het overzicht voor de gemeentes. Maar het decentraliseren van de overheidsverantwoordelijkheid naar de gemeente en het centraliseren van de zorginstellingen zijn, mijns inziens, tegengestelde bewegingen. De zorginstellingen hebben vaak een werkgebied dat vele gemeentes en jeugdzorgregio’s beslaat. Misschien is het niet zo vreemd dat het bergen tijd en energie en geld kost om al verschillende belangen en eisen te coördineren.

Een goede baan

Hoe komt het dat het zo moeilijk is om aan goed personeel te komen en dat vast te houden?De jeugdzorg heeft altijd heel riante arbeidsvoorwaarden gehad, dus werken in de jeugdzorg is bepaald een goede baan! Ook hier zie ik de invloed van schaalvergroting op de cultuur en de sfeer in de jeugdzorg.

Voor de zorgvuldigheid moeten we eerst even terug naar de periode 2010-2015. In die tijd heeft de jeugdzorg als sector actief beleid gevoerd om hun personeelsbestanden te minimaliseren, als voorbereiding op de aankomende bezuinigingen. Met name jonge aanwas – zoals ikzelf destijds – had geen enkele baanzekerheid en er werd actief beleid gevoerd op omscholen en wegscholen. Voor opleidingen en cursussen die de weg baanden richting werk in andere sectoren waren subsidies van meer dan €1000,- vrij beschikbaar. Een logisch gevolg van dat beleid is dat er sinds die tijd minder – en nu zelfs te weinig – mensen beschikbaar waren. En daarnaast is de cultuur veranderd.

Op alle niveaus in deze sector is de angst gegroeid. De angst van het hoger management om door gemeentes aan de kant gezet te worden, de angst voor het middenmanagement om als afdeling verlies te draaien en het personeelsbestand niet op orde te krijgen. En angst bij het uitvoerend personeel om fouten te maken en daarvoor persoonlijk afgestraft te worden. Tegelijk dreunde de maatschappelijke oproep om te veranderen en te transformeren overal doorheen. Maar angst is een rem voor verandering.

Ed Catmull, de mede-oprichter van Pixar, beschrijft in zijn bedrijfsbiografie Creativity Inc. hoe moeilijk het is om een cultuur te bevorderen die creativiteit en vindingrijkheid stimuleert. Ik zou zijn boek in twee woorden kunnen samenvatten als: Wil je veranderbaarheid? Voorkom angst! Maar de angst werd niet voorkomen en de verandering moest. Dus dan zit er maar één ding op: doordrukken. Dat maakt het heel onaantrekkelijk om in de jeugdzorg te blijven werken, laat staan om daarin te starten met werken.

Duur of te groot?

De derde verklaring die wordt genoemd is het dalen van de tarieven. En toegegeven: normaal gesproken stijgen de kosten altijd (alleen al door indexatie), dus de tarieven zouden daarin mee moeten bewegen. Als ze in plaats daarvan dalen, dan is dat ongelukkig. Maar het dalen van de tarieven, betekent niet dat de uitgaven aan de jeugdzorg dalen. Alle gemeentes zouden dat wel willen, maar bijna geen gemeente lukt het. En als het lukt om de kosten terug te dringen, dan is er een groot risico dat even later een mega-zorginstelling een impuls van vele miljoenen nodig heeft om overeind te blijven. Weg zuurverdiende bezuiniging.

Jeugdzorg en de boeren

De afgelopen week was niet alleen de jeugdzorg in het nieuws, maar ook de boeren. En wat mij betreft geven de boeren ons een kijkje in de toekomst van de jeugdzorg. Ik ben zelf geen boer dus ik bekijk het van buitenaf, maar mijn samenvatting van het probleem is: jarenlang is vanuit de overheid beleid gevoerd dat resulteerde in twee opties. Of boeren gingen schaalvergroten, of ze gingen zich richten op een kleine nichemarkt. Middelgrote boeren en familiebedrijven moesten kiezen tussen vergroten, verkleinen of verdwijnen. In elk geval is het segment van middelgrote boeren vrijwel verdwenen. En nu de gevolgen van de schaalvergoting dusdanig gevaarlijk blijken dat ze teruggedraaid moet worden, kan dat niet meer. Want er is niets om naar terug te gaan.

Ik herken het landbouwbeleid in het inkoopbeleid van gemeentes. Vanuit een gedachte van kostenefficiëntie en de behoefte aan overzicht en controle te houden over het zorgaanbod, wordt er ingekocht bij grote organisaties. De eisen die bij aanbestedingen worden gesteld lijkt op de keuze die de boeren moesten maken: vergroten of verdwijnen. Ik begrijp de neiging wel om het zo te benaderen. De gemeente wil dat de jeugdzorg een zelfregulerende sector is, die het complete pakket aan zorgvragen kan beantwoorden zonder steeds bij de gemeente aan te hoeven kloppen. En tegelijk wil de gemeente wel dat de jeugdzorg overzichtelijk is, zodat de gemeente het kan reguleren. Het gevolg is hetzelfde als bij de boeren: het leidt tot een verschraling van de diversiteit, en een niet-duurzame sector.

Anders

Dat het op dit moment niet goed gaat in de jeugdzorg is duidelijk en ik denk dat er in het kleine en middelgrote segment een mooie kans ligt om het anders te doen. Voor kleinere organisatie zonder massale overhead is het een stuk makkelijker om goed voor het personeel te zorgen en financieel gezond te zijn dan voor de mega-instellingen. Voor gemeentes is het makkelijker om een divers zorglandschap te cultiveren als ze samen durven werken met (kleinere) aanbieders die niet allemaal alles doen. Die doen waar ze goed in zijn.

Ik zou het vervelend vinden als de jeugdzorg over een paar jaar aan de boeren moeten vragen of ze A2 willen blokkeren, omdat de schaalvergroting teruggedraaid moet worden terwijl dat onmogelijk is geworden. Maar bovenal heb ik vooral heel veel zin en behoefte aan een creatieve, wendbare en gezonde jeugdzorg.

Wicher Schuurman
Psycholoog en algemeen directeur Mereo