Ik heb een tijdlang voor een grote organisatie in het westen van het land gewerkt en ongeveer tweehonderd gezinsopnames gedaan. Na ongeveer vijftig gezinnen te hebben geholpen, mocht ik voor de directie een observatielijst samenstellen. Eén van de opvallendste observaties was dat het aangemelde kind, het kind met het problematische gedrag, heel vaak niet alleen het probleemkind bleek te zijn.

Een ‘aangemeld kind’ is het kind wat bij jeugdzorg is beland vanwege zijn/haar problematische gedrag. Vaak wordt er één kind binnen een gezin aangemeld. De kinderen waar ik mee te maken kreeg waren al uit huis geplaatst of moesten uit huis geplaatst worden.

Wat ik ontdekte, tijdens de gezinsopnames, dat in 90% van de gezinnen (geschat percentage) het aangemelde kind al vrij snel veranderde gedurende een gezinsopname, maar dat juist een ander kind in het gezin problematisch gedrag ging vertonen.

Het leek mij de moeite waard om daar verder onderzoek naar te doen, mocht dit werkelijk zo zijn. Zonder gedegen onderzoek mag je het niet hard maken, maar naar mijn mening was er voldoende aanleiding om te kunnen denken dat dus 90% van de jongeren die uit huis zijn geplaatst, wellicht het ‘verkeerde’  kind uit het gezin was? Daarmee zou de aanname, dat het oplossen van het probleemgedrag van een enkel kind voor een gezond gezinssysteem zou zorgen, op losse schroeven komen te staan. Helaas heeft de directie niets met deze observaties gedaan.

Om te illustreren hoe ik tot deze waarneming ben gekomen, heb ik een mooi voorbeeld.

Oorlogsgebied

Ik kreeg een verzoek voor een gezinsopname van vijf dagen voor familie van Vliet, bestaande uit moeder Jennifer, vader Tom en drie dochters, Katja (19), Marissa (16) en Talitha (12). Het gezin zat al een aantal jaar in de hulpverlening. Inmiddels waren ze ten einde raad. Het was thuis niet meer te doen. Ze leefden alleen nog maar in een strijd. Zoals Jennifer zei: “Het is thuis een oorlogsgebied”.

Marissa (16 jaar) was het aangemelde kind. Er lag een machtiging voor gesloten plaatsing en ze zou na de gezinsopname gelijk naar de gesloten instelling gaan. Marissa ging haar eigen gang. Ze was erg agressief in huis, ze ging niet meer naar school, kwam niet opdagen bij haar baantje. Ouders waren tegen de uithuisplaatsing en hadden gevraagd om de gezinsopname als een laatste redmiddel om Marissa thuis te houden.

Het gezin kwam over als een warm gezin. Ouders waren heel betrokken op de kinderen en zeker ook op elkaar. Vanaf de buitenkant leek het een leuk en gezellig gezin. Maar bij binnenkomst leek dit al niet te kloppen. Marissa was een felle donder. Er was geen gesprek met haar te voeren. Ze was heel boos en liet dat ook merken.



Ik start altijd met een gesprek met het hele gezin. Marissa haalde meteen naar iedereen uit. Niemand was eerlijk, iedereen in het gezin was schijnheilig. Woest was Marissa, woest op iedereen. Zodra één van de gezinsleden iets zei, ging Marissa de strijd aan.

Katja, de oudste, was moe van het strijden. Zij gaf aan uit huis te willen. Ze deed nog een opleiding, maar met een baantje erbij, zou dat wel lukken. Talitha was een stil en rustig meisje. Ze kon goed opschieten met Katja. Met Marissa niet.

Moeder Jennifer was helemaal op. Ze kon het niet meer aan en verlangde naar rust. Ze gaf aan dat ze niet wist wat ze met Marissa aan moest. Ze herkende haar dochter niet meer. Jennifer vertelde dat, toen Marissa geboren was, ze verliefdheidsgevoelens had voor haar dochter. Dat gevoel was heel sterk geweest en heel lang. Ze hield ook van haar andere dochters maar wat ze voor Marissa voelde, was intens en ze kon niet verklaren waarom. Nadat Marissa elf jaar was geworden, veranderde ze van het lieve moederskindje langzaam naar het kind wat ze nu was. Moeder verlangde weer naar de tijd dat Marissa nog dat lieve meisje was en hoopte dat het ooit zo weer zou worden.

Talitha had min of meer haar plaats ingenomen want dat was nu haar lieve dochter. Talitha was het kadootje wat ze nooit meer verwacht hadden. Zij was ook het makkelijkste kind. Talitha deed alles zelf, vroeg niet vaak om hulp. Talitha was in het gesprek ook heel lief en leek een zacht meisje.

Tom was een vader die echt van zijn dochters hield. Hij was trots op ze. Hij ervoer de buien van Marissa als heel lastig maar was iets milder over haar dan Jennifer. Marissa zelf wilde niet vertellen wat er in haar omging, het enige wat ze deed was haar ouders verwijten maken dat ze schijnheilig, vals en niet eerlijk waren. Op het eerste gezicht zou je gelijk denken dat Marissa jaloers was op de aandacht die haar zusje kreeg. Dat zou haar gedrag verklaren. Toch voelde dat niet zo.

“Niemand was eerlijk, iedereen in het gezin was schijnheilig”

Het andere kind

Het gezin was ook wel zo met elkaar verbonden dat Marissa wel aandacht genoeg kreeg. Toch kon ik er moeilijk de vinger op leggen wat Marissa zo woedend maakte. Dat ze het was, dat was wel heel duidelijk. Mijn eigen gevoel zei me dat Talitha wel eens een grotere rol hierin kon spelen en dat zij niet dat leuke, lieve meisje was. Bij het eerste gesprek leek ze al niet congruent, wat ze zei, klopte niet met wat ze uitstraalde.

Ik besloot om meer te filmen en meer mijn Duplo te gebruiken, tijdens deze gezinsopname. Altijd met toestemming van het gezin. Meestal film ik momenten waarin ik de gezinsleden gezamenlijke activiteiten laat doen. In dit gezin heb ik gevraagd of ik ook de “vrije” momenten de camera neer mocht zetten. Zij gingen daar mee akkoord. Na een aantal uur gefilmd te hebben en een aantal uur gewoon maar bij het gezin te hebben gezeten en te observeren werd me steeds duidelijker waar de woede van Marissa vandaan kwam. Het viel me op hoe Talitha heel subtiel en vrijwel ongemerkt dit gezin regisseerde. Zíj had de touwtjes in handen.

Talitha, het stille, lieve meisje was in staat om ouders zo te manipuleren dat zij overal onderuit kwam. Telkens als Talitha iets moest doen, kreeg ze het voor elkaar dat niet zij maar Marissa het moest doen. Als er dan strijd over kwam, lukte het Talitha om die strijd zo om te buigen dat Marissa er bij betrokken werd en dat de strijd tussen Marissa en ouders voortgezet werd. Talitha verliet met stille trom het slagveld en keek toe hoe haar zus de strijd voortzette. Talitha had geleerd om de pijlen van ouders op Marissa te laten richten zodat ouders ook alleen maar met Marissa bezig waren.



Intussen deed Talitha veel dingen die ouders niet goed vonden maar daar waren zij niet mee bezig. De focus van ouders lag op Marissa. Marissa was makkelijk tot een strijd aan te wakkeren en liet zich op die manier door haar zusje verleiden. Ouders zagen alleen een woeste Marissa en zagen niet wat Talitha daar in deed. Zelfs haar oudste zus zag het niet want zij en Talitha waren twee handen op één buik. Marissa was de enige die het waarschijnlijk aanvoelde en probeerde op allerlei manieren ouders duidelijk te maken dat het niet eerlijk was. Je zag haar enorme machteloosheid. Inmiddels was haar boosheid en strijden zo’n patroon geworden dat ze niet meer in staat was om rustig te blijven en te bespreken wat er nu gebeurde. Het was zelfs de vraag of dat gelukt zou zijn, want ook Talitha had een patroon ontwikkeld waarbij zij baat had bij het gedrag van haar zus. Zo kon zij goed onder de radar blijven en doen en laten wat ze wilde.

Steeds meer en meer ging ik zien dat Marissa eigenlijk een soort klokkenluider was die ouders duidelijk wilde maken dat er iets fout ging in dit gezin. Maar een meisje van zestien jaar kan dat niet zijn, zeker niet als je zelf een onderdeel van dat proces bent.

Het was enorm verdrietig om de positie van Marissa te zien. Ik begreep haar schreeuw naar Tom en Jennifer: jullie zijn schijnheilig. Eigenlijk was haar zusje schijnheilig maar dat leek ze te vertalen naar haar ouders. Het mooie was wel dat ik een aantal goede momenten op beeld had gekregen waarin zichtbaar werd hoe Talitha aan het manipuleren was.

“Steeds meer en meer ging ik zien dat Marissa eigenlijk een soort klokkenluider was die ouders duidelijk wilde maken dat er iets fout ging in dit gezin”

Het gesprek

Ik heb dit laten zien aan Tom en Jennifer. Heel subtiel en lievig nam Talitha steeds de leiding in het gesprek en kon zo de aandacht van haar zelf afwenden. Ik ben er van overtuigd dat ze dat niet bewust deed. Ik geloof dat zo iets langzaamaan ontstaat en een patroon wordt, zeker als het gedrag iets oplevert wat ze graag ook willen en zeker met de rol die ze van moeder kreeg: de ideale dochter.

Tom en Jennifer schrokken enorm. Ze hadden dit gedrag nog nooit zo opgemerkt. Wat nu te doen? Op het moment dat ze weer teveel op Talitha zouden letten, zou dat ook averechts werken. Het bespreekbaar maken was nodig maar Talitha herkende zichzelf niet in het gedrag.

Ik heb Tom en Jennifer toen de opdracht gegeven om te beginnen met één-op-één gesprekken te voeren. Hiermee bedoel ik dat, als ze met één van hun meiden in gesprek waren, niemand daartussen mocht komen. Ook ouders zelf niet. De tweede opdracht was dat, als ze dat gesprek voerden, het dan alleen over diegene zelf moest gaan. Ze mochten dan niet over de ander beginnen.

Effect

Tom en Jennifer pakten dit goed op. Al heel snel bleek dit ook effect te hebben; de eerste strijd tussen Jennifer en Talitha was een feit. Talitha kon het gesprek niet meer ombuigen naar Marissa. Er kwam al snel een andere Talitha te voorschijn die naar haar moeder riep: “En nu ga je mijn brood smeren want dat doe je voor papa ook en dus ook voor mij”. Talitha bleek een bazig meisje wat haar ouders commandeerde.

Wat ze normaal heel subtiel kon doen werd nu versterkt doordat ze de ruimte daarvoor niet meer kreeg. In die week werd duidelijk dat Talitha niet alleen ouders manipuleerde door de aandacht op Marissa te vestigen, maar ook door de ouders zelf tegen elkaar uit te spelen. Jennifer deed alles voor Talitha. Zodra zij iets wilde, kreeg ze het voor elkaar. Talitha was immers het lieve meisje.

Met de nieuwe aanpak van Jennifer probeerde Talitha daarom haar vader mee te krijgen, tegen moeder. Dit alles werd gefilmd en voor ouders werd heel duidelijk wat er allemaal “onder de radar” zich had afgespeeld. Marissa werd die week al een stuk rustiger. Ze gaf aan dat ze het fijn vond dat er niet alleen meer naar haar gekeken werd.

Pittige week

De gezinsopname is een zware week geweest voor het hele gezin. Aan het eind van de week waren de meiden allemaal van slag. Niet alleen Marissa schreeuwde, ook Talitha en Katja gingen meedoen. Ondanks dat niemand blij was met de situatie van vóór de gezinsopname, waren de meiden niet bereid om zonder slag of stoot te veranderen. Hun gedrag had hen namelijk ook veel opgeleverd.

Marissa was blij met de uitkomst van de week, maar vertrouwde nog steeds haar ouders niet. De avond voordat het gezin naar huis ging heb ik een gesprek gehad met ouders. Ik heb ze toen twee opties gegeven. De eerste was dat ze Marissa naar de gesloten instelling zouden laten gaan. Dan zou het thuis veel rustiger worden.

De tweede optie was dat Marissa niet gelijk naar gesloten zou gaan. De rechter had inmiddels toestemming gegeven om de gesloten plaatsing voor drie maanden op te schorten zodat ze thuis met elkaar heel hard aan het werk konden gaan om het patroon om te buigen. Ik heb ouders gezegd dat het drie hele zware maanden zouden worden.

Hun drie dochters zouden echt niet gelijk hun positie en de daarbij behorende voordelen opgeven. Zelfs Marissa zou het hen nog moeilijk maken want die had ook een ‘status aparte’ opgebouwd door haar eigen leven te leiden want ze luisterde niet meer naar ouders. Tom en Jennifer hebben dapper gekozen voor de tweede optie. Ze wilden het gaan proberen maar waren zich ook bewust van de strijd die het zou geven.

De afloop

Ik heb hen na de gezinsopname zeer regelmatig begeleid op allerlei manieren. Ik ben vaak langsgegaan, we hebben regelmatig gebeld en gemaild. De enige boodschap was:

‘Houd vol, spreek elk kind apart aan op eigen gedrag, laat je niet verleiden om over de ander te praten, geef ook consequenties op gedrag, zorg vooral dat je uit de strijd blijft maar zorg er vooral voor dat ze jullie niet meer kunnen splitten. Steun elkaar en laat zien dat je samenwerkt.’

Jennifer en Tom hadden het heel hard nodig om dit steeds te horen. Alle drie de meiden zijn erg boos geweest, hebben tegen ouders geschreeuwd, met deuren gegooid, weggelopen, nachten weggebleven maar vooral ook bontjes gevormd tegen ouders. Zelfs Talitha was niet meer dat lieve meisje. Ze wilden allemaal de regie van hun ouders niet meer accepteren. Tom en Jennifer bleven sterk, bleven samenwerken, bleven het gesprek aangaan met hun meiden maar dan individueel. Geen enkel gesprek ging meer met iemand erbij en niet meer over de ander.

Uiteindelijk begon het zijn vruchten af te werpen. Na drie maanden kwam er meer rust. De strijd begon te luwen. Steeds meer accepteerden de meiden het gezag van hun ouders. Ouders werden steeds sterker door in hun positie te blijven. Marissa is nooit meer naar gesloten gegaan. Na zes maanden is het gezin afgesloten bij Bureau Jeugdzorg en konden ouders op eigen kracht verder. De rust was weergekeerd in het gezin.

Klokkenluiders

Ik geloof dat veel jongeren die uit huis geplaatst zijn, de positie van klokkenluider hebben. Nee, niet alle jongeren, maar wat ik heb ervaren met de meer dan tweehonderd gezinnen is dat het heel vaak wel zo blijkt te zijn. Ouders zijn zo gefocust op het gedrag van dat problematische kind, dat ze niet meer zoveel met de andere kinderen bezig zijn. Die kunnen makkelijk “onder de radar” functioneren en leren om de strijd niet aan te gaan, want ze zijn zich er zeer van bewust wat er dan gebeurt. Mijn ervaring is dat, zodra ouders ook het gedrag van de andere kinderen gaan zien, er totaal andere kinderen tevoorschijn komen wat vaak nog meer problematisch gedrag laat zien dan het aangemelde kind.

Hoe vaak verzuchten hulpverleners niet dat, zodra het problematische kind uit huis is, ineens een ander kind uit het gezin problematisch gedrag laat zien? Ik hoor dat heel vaak. Ouders gaan ineens ook de focus leggen op dat andere kind en dat was nou niet de bedoeling.

Vanuit dit gegeven kun je niet anders stellen dat de oplossing niet ligt in een jongere uit huis plaatsen maar dat het hele gezin geholpen moet worden om inzicht te krijgen in de patronen die er zijn ontstaan. Pas dan kun je een duurzaam veranderingsproces inzetten.