door Petra Knol

In mijn werk heb ik regelmatig zeer boeiende gesprekken met de jongeren. Vaak zijn het gesprekken waarin ik ze probeer iets mee te geven, te spiegelen of ze te helpen reflecteren op hun gedrag. Maar het komt ook regelmatig voor dat het een gesprek is waarbij ik na afloop denk: hoe dan?

Zo ook na het gesprek met Sharina van 17,5 jaar. Sharina kwam bij ons omdat ze inmiddels vrijwel op alle plekken had gezeten in haar regio. Toen ze 9 jaar was werd ze uit huis geplaatst, op haar 12e kwam ze in een gesloten instelling terecht en had daar vervolgens vier jaar doorgebracht. Nadat ze op een aantal groepen had gewoond kwam ze uiteindelijk bij een KTC (Kamer Training Centrum) maar redde het daar niet. Ze moest daar weg omdat ze toch niet goed voor zichzelf kon zorgen.

Sharina deelde deze visie niet, want ze kon heel goed voor zichzelf zorgen, vond ze.  Er was niet zo 1-2-3 een andere plek op een KTC beschikbaar en om haar toch zelfstandiger te laten worden, kwam ze bij ons. Ouders waren niet of nauwelijks beschikbaar, al jaren niet.

Sharina deed niets. Ze nam geen enkele verantwoordelijkheid voor haar eigen leerproces maar ook niet voor het dagelijks reilen en zeilen. Ze zegt zelf dat ze nooit veel heeft hoeven doen op al die plekken waar ze gewoond heeft. Vrijwel alles werd voor haar gedaan. Of dat klopt, weet ik niet. Sharina gaf vanaf het begin heel duidelijk aan dat ze geen behoefte had aan hulp. Ze zat hier alleen maar om de wachtlijsttijd te overbruggen. Ze wilde heel graag zelf alles bepalen, want dat had ze ook gedaan toen ze op de KTC zat. Ze had een baantje gehad maar was daarmee gestopt omdat ze vond dat ze te weinig verdiende.


Gesprek

Ze zei: ‘Ik wil niet meer op een groep, mijn voogd gaat een appartement voor mij regelen en die gaat de overheid betalen voor mij. Ik ga geen werk doen waar ik te weinig voor word betaald”.  Kortom, ze had geen hulp nodig, maar was tegelijk wel nog volledig afhankelijk van haar omgeving.

Sharina heeft me heel veel geleerd. Zeker door haar manier van denken, werd ik zelf ook steeds met mijzelf als hulpverlener geconfronteerd. Met haar verleden en achtergrond begreep ik haar eigenlijk wel en de grote uitdaging was om haar te begeleiden.

De eerste paar weken met Sharina was een strijd. Haar boodschap was steeds: “Ik wil zelf bepalen, ik wil het zelf doen, ik hoef niets te leren”. Ik zei tegen haar: ‘Elke dag gaan honderden hulpverleners naar hun werk om jongeren te helpen die zelf willen bepalen. Het is hun werk maar ze staan elke keer vroeg op om jongeren uit hun bed te halen die niet zelf wakker kunnen of willen worden, jongeren die geen dagbesteding willen doen en hun dag- en nachtritme omgooien”. Sharina zei: “Dat is toch hun eigen keus, daar kiezen ze toch voor en daar worden ze toch voor betaald?”

Ik vroeg aan haar: “Je vindt dus dat die hulpverleners moeten doen waar ze voor gekozen hebben?”  Ze antwoordde eerlijk en zei: “Ja, dan had ze maar geen hulpverlener moeten worden.”

In een poging te spiegelen zei ik tegen haar: “Jij kiest er voor om zelf te bepalen en wil om die reden geen hulp; je kan het zelf. Je kiest er voor om geen baantje te doen waar je niet genoeg betaald voor krijgt. Je kiest er voor om niet naar school te gaan. Wat maakt dat je dan wel van je gezinsvoogd verwacht dat ze een appartement voor je regelt en je zelfs vindt dat jij dat niet hoeft te betalen? Waarom accepteer jij niet de gevolgen van je keuzes en heb je iemand nodig omdat allemaal te regelen? Dat klopt dan toch niet?

Sharina: “Maar dat is anders. Zij willen voor mij zorgen en ik moet daar naar luisteren. Ik ga toch niet op straat leven?” Ik: “Maar dat is toch een gevolg van jouw keuze om het allemaal zelf te doen? Je geeft een dubbele boodschap: ik wil het zelf doen, ik heb geen hulp nodig, ik ga niets doen maar je moet wel dingen voor mij regelen en ik bepaal ook wat en als jij dat allemaal niet doet, dan werk ik niet mee!”

Uiteindelijk werd ze boos en liep uit het gesprek weg. Ik begeleid al langere tijd jongeren en heel eerlijk gezegd loop ik hier steeds weer tegenaan: de dubbele maat waarmee gemeten wordt. Het principe:

“Ik mag alles en de ander mag niets.”


Doen we iets verkeerd?

Ik stel mijzelf regelmatig de vraag: doen we niet iets verkeerds als hulpverleners? Ik weet dat hier heel verschillende reacties op kunnen komen: de jongeren zijn uiteindelijk ook slachtoffer van de opvoeding, ze hebben niets geleerd, ze zijn niet goed begeleid. Ik begrijp die reacties. Ik denk zelf ook vaak zo en dat helpt me om weer door te gaan. Ik probeer ze te snappen en vervolgens accepteer ik gedrag waar ze niet verder mee komen.

Maar er blijft dan iets aan mij knagen: los van alle oorzaken van het gedrag van de jongeren, hoe vervelend ook, is de manier waarop we ze helpen wel effectief?

Ik zeg vaak tegen de jongeren:  “Er zijn natuurwetten maar er zijn ook psychologische, sociale en emotionele wetten”. Ik probeer ze dan uit te leggen dat, alles wat je doet, gevolgen heeft. Veel gevolgen zijn voorspelbaar bijvoorbeeld:

– Schiet je iemand dood, dan ga je de gevangenis in.

– Bedreig je iemand, dan moet je weg.

– Heb je geen diploma omdat je er niet naar school wil, heb je ook minder kans op een goede baan of de baan die je graag wil.

– Vrij je onveilig, dan is de kan groot dat je zwanger raakt. 


Zelf denken

Ik probeer ze te leren om in een proces te gaan denken, niet alleen in het hier en nu. Ik merk dat veel jongeren die in de hulpverlening zitten alleen bezig zijn met het hier en nu. Wat ik ze ook probeer uit te leggen, hoe hard ik ook bezig ben om ze dat in te laten zien, het lukt ze vaak niet om het op te pakken. Ze leven vanuit een bepaalde behoefte die bevredigd moet worden en zolang die nog gevuld kan worden, lijkt ze niet te gaan veranderen.

Eén van de principes waar ik zelf heel erg in geloof is: zo lang je geen last hebt van je eigen gedrag, ga je niet veranderen.

Zolang dat gedrag meer oplevert dan dat je er last van hebt, blijf je het doen. Stel dat we meer vanuit het principe zouden gaan werken: de jongeren moeten meer last krijgen van hun eigen gedrag, dan zou de hulpverlening er anders uit komen te zien, denk ik.

Het heeft geen zin om de jongeren te beschermen tegen teleurstellingen, ook al hebben ze die al veel gehad. Het werkt niet om alles voor ze te regelen, want ze leren niets zelf te regelen. Je kunt als hulpverlener niet de oplossing bieden, zelfs niet door ze gesloten te plaatsen en ze te beschermen tegen zichzelf of tegen de fouten die ze maken. Mijn visie is dat we ze juist moet laten ervaren wat de gevolgen van hun gedrag zijn en vervolgens met hen het proces aangaan hoe ze dat zelf kunnen voorkomen. En dat is lastig, want je wilt ze beschermen na alles wat ze hebben mee gemaakt. Maar juist daardoor hebben ze de behoefte om zelf te bepalen. Waarom laten we ze dat dan niet doen?


Vaderschap

Luuk, een jongen die bij ons kwam en vanaf dat hij een half jaar oud is, op meer dan dertien (!) verschillende plekken is geweest: pleeggezinnen, groepen, gesloten, groepen zei bij het eerste gesprek: “Ik weet zeker dat ik een hele goede vader zal zijn want ik laat mijn kinderen nooit meemaken wat ik heb meegemaakt” en een halve minuut later zei hij: “Mijn probleem is dat ik niet bij mijn gevoel kan komen, daar zit een betonnen plaat op die ik er nooit meer af ga halen”.

Hoe ga je Luuk leren die betonnen plaat weg te durven halen en dat hij dan pas misschien een goede vader kan zijn?

Mijn visie is: door het te laten ervaren. Samen met hem dat proces aan te gaan en hem dus ook tegen die betonnen plaat aan te laten lopen. Niet weg stoppen, niet beschermen, niet voor hem oplossen, niet alleen praten, maar de effecten van die betonnen plaat laten voelen. Hem zelf het proces aan laten gaan en dán naast hem staan.

We kunnen de maatschappij niet zo inrichten dat deze jongeren niet zichtbaar zijn en we geen last van ze hebben, we kunnen alleen maar samen met hen dat proces aangaan. En ja, dat maakt dat hulpverlener zijn een zware baan is en dat maakt dat er risico’s genomen moet worden die we niet graag willen nemen. Niet voor ons zelf als hulpverlener maar ook niet als organisatie.


Inzichtverlener

De term hulpverlener vind ik al jaren een misplaatst woord. Ik noem mijzelf liever inzichtsverlener. Het enige wat ik kan bieden is inzicht in het proces wat ze in zijn gegaan en heb laten ervaren wat de gevolgen van hun keuzes zijn. Ik wil ze helpen om het oorzaak- en gevolgprincipe te gaan snappen. Ik wil ze ondersteunen als ze last hebben van hun gedrag. Maar echte verandering? Die moet uit henzelf komen.

Meer lezen? Check onze andere blogs!